In 2050 moet de hele Nederlandse woningvoorraad van het aardgas af, ‘Van gas los’ campagne. De overheid biedt verschillende financiële regelingen om de transitie naar duurzame alternatieven voor de HR-ketel te stimuleren. Daarnaast verschuift per 2019 de energiebelasting, waarbij de belasting op gas stijgt en de belasting op elektriciteit daalt. Verder is ook de gasaansluitplicht voor nieuwbouw uit de wet gehaald. De vraag is welke alternatieven zijn er? En wat betekend dit voor het kostenplaatje. Een onderzoek uitgevoerd door adviesbureau DWA geeft antwoord.
Alternatieven voor verwarming met aardgas
In Nederland worden woningen veelal verwarmt door het gebruik van HR-ketel. Van oudsher was aardgas beschikbaar en het was een goed alternatief voor kolen. Met de aandacht voor klimaat en de aardbevingen in Groningen ten gevolge van de gaswinning wordt gekeken naar alternatieven voor aardgas. Alternatieven voor aardgasvrije verwarming zijn:
- Warmtepomp met PVT panelen. De elektrische warmtepomp benut de zonnewarmte uit de PVT panelen. Een PVT paneel is een gecombineerde zonnepaneel met PV (elektriciteit) en de productie van warmte uit de zonnestraling (T). De warmtepomp brengt de temperatuur van de warmte naar bruikbare temperatuurniveau’s voor ruimteverwarming en tapwater.
- Warmtepomp met bodemcollector. De elektrische warmtepomp maakt gebruik van bodemwarmte. De bodemcollector omvat een gesloten bodemlus die tot op 150 – 200 meter diepte is aangebracht. Naast warmte is met dit systeem ook koude te leveren.
- Warmtepomp op buitenlucht. Omgevingswarmte wordt met de elektrische warmtepomp opgewaardeerd naar de juiste temperatuurniveau’s. Koeling kan worden gerealiseerd tegen een relatief hoog verbruik van elektriciteit.
- Warmtepomp met collectieve WKO. De WKO (warmtekoudeopslag) voorziet in collectieve warmte en koude. Via een netwerk wordt de warmte afgegeven aan de warmtepomp die in elke woning is geplaatst. In de zomer wordt het systeem geladen door warmte afkomstig uit oppervlakte water, rioolwarmte en/of restwarmte afkomstig uit de koeling van gebouwen.
- Middentemperatuur warmtenet (40 °C). Een warmtenet levert warmte van 40 °C aan de woningen. De warmte is opgewekt met een collectieve warmtepomp of afkomstig uit restwarmte. Omdat de temperatuur voor tapwater hoger dient te zijn, wordt voorzien van boosterwarmtepompen.
- Hoogtemperatuur stadswarmtenet (> 70 °C). Warmtenetten transporteren centraal geproduceerde warmte (70 – 90 °C) naar de afnemers. Koeling wordt niet voorzien in dit concept.
- Infrarood stralingspanelen. De infraroodpanelen worden gebruikt voor ruimteverwarming. Voor de bereiding van tapwater wordt gebruik gemaakt van een elektrische boiler.
Kostenanalyse verwarmingsconcepten
Voor verschillende aardgasvrije warmteconcepten is een kostenanalyse uitgevoerd.
Uitgangspunten:
- De tussenwoning is als Zeer Energiezuinige Nieuwbouw (ZEN) uitgevoerd en heeft een gebruiksoppervlak van 124 m2. De isolatiewaarden zijn strenger dan de minimumeisen welke in het Bouwbesluit zijn opgenomen. Hierdoor is de warmtevraag voor verwarming zeer laag.
- Voor het goed functioneren van warmtepompen is laagtemperatuurverwarming (vloerverwarming) een voorwaarde.
- De investeringsramingen zijn exclusief btw en prijspeil 2018.
- De in 2018 verkrijgbare ISDE-subsidie is meegenomen. Voorwaarde is dat de warmtepomp niet nodig is om aan de wettelijke EPC-eis te voldoen.
Investering
Jaarlasten energie en installatie
De jaarlijkse kosten van de verschillende warmteconcepten zijn bepaald op basis van de onderstaande uitgangspunten.
- De bedragen zijn exclusief btw en prijspeil 2018.
- De variabele kosten voor elektriciteit zijn op basis van een prognose van het totale verbruik aan elektriciteit.
- Voor warmtenetten (variant 6) zijn de maximale warmtetarieven conform ACM vaststelling gebruikt.
- De totale Total Costs of Ownership (TCO) ofwel totale gebruikerskosten zijn opgenomen over een periode van 15 en 30 jaar. In de TCO is de initiële investering opgenomen en de jaarlijkse energie- en onderhoudskosten. Bij een periode van 30 jaar zijn de benodigde herinvesteringen opgenomen in verband met de levensduur van de technische componenten.
Voor de tussenwoning geldt dat variant 3 (elektrische warmtepomp met bodumlus) financieel gezien het meest interessant is. Daarna volgen varianten 2 en 4. Het warmteconcept met de infrarood stralingspanelen kent de laagste investering. Door de relatief hoge energiekosten, komt de TCO echter hoger uit bij de andere varianten.