De energierekening voor 2019 stijgt flink en dat baart zorgen binnen de coalitiepartijen en bij de consument. De kosten van energie hangen samen met de woonlasten van de consument en in dat kader is de vraag of het besteedbare inkomen toereikend blijft voor een minimaal levensonderhoud. In Europees perspectief scoort Nederland zeer goed wat betreft de betaalbaarheid van energie, aldus de studie van het Planbureau voor de leefomgeving (PBL). Toch houden 528.000 huishoudens onvoldoende geld over voor levensonderhoud nadat de uitgaven voor wonen en energie zijn gedaan.
Betaalbaarheid van de energierekening
In het rapport ‘Meten met twee maten’ van het PBL is gekeken naar de betaalbaarheid van de energierekening. Daarbij is gekeken naar de bestedingsruimte aan het eind van de maand na betaling van de woon- en energielasten. Ongeveer 528.000 huishoudens hielden te weinig geld over om te voorzien in het minimale levensonderhoud.
Kijkend naar de energierekening per inkomensgroep laat het onderzoek zien dat de laagste inkomensgroep in 2015 gemiddeld 1.293 euro uitgeven aan energie. De huishoudens met de hoogste inkomensgroep geven gemiddeld 2.097 euro uit aan energie. Uit de analyse over 2015 blijkt dat huishoudens met een laag inkomen gemiddeld minder uitgeven aan energie dan huishoudens met een hoger inkomen. De variatie in hoogte van de energierekening hangt samen met de verschillen in de huishoudens- en woningkenmerken en het gedrag.
Inzicht in de betaalbaarheid van de energierekening
Het onderzoek stelt niet alleen de vraag of de energierekening betaalbaar blijft in relatie tot de uitgaven aan energie, maar ook in relatie tot het besteedbare inkomen en de andere noodzakelijk uitgaven van het huishouden. Het PBL hanteert daarom twee indicatoren: energiequote en betaalrisico.
De energiequote behelst het aandeel van het besteedbare inkomen dat een huishouden aan energie uitgeeft. Omstandigheden die van invloed zijn op de energiequote zijn bijvoorbeeld een grote oude woning met slecht energielabel, een koud jaar of stijging van de gasprijs. De energiequote zegt daarom op zich zelf niks over de betaalbaarheid en is daarmee geen goede indicator. Desondanks geeft de energiequote wel een indicatie welke huishoudens in financieel opzicht kwetsbaar zijn voor hogere energielasten omdat de energiekosten een relatief hoog aandeel hebben in relatie tot hun inkomen.
Huishoudens hebben een betaalrisico als na het betalen van de woon- en energiekosten onvoldoende budget overblijft voor overig minimaal noodzakelijk levensonderhoud. Nibud stelt jaarlijks de hoogte vast van het minimaal noodzakelijke budget voor levensonderhoud.
Uit het onderzoek blijkt dat huishoudens met een betaalrisico als met een hoge energiequote zich met name bevinden in de laagste inkomensgroep. Hoge energiequotes zijn vaker te vinden bij hogere inkomensgroepen.
De 5,8 miljoen huishoudens die noch een betaalrisico hebben, noch een hoge energiequote, lijken op het eerste gezicht geen problemen te hebben met het betalen van de energierekening en woonlasten. Toch laat het onderzoek de gevolgen zien van veranderingen in bijvoorbeeld de gasprijs. Een gasprijsverhoging van 10 cent per kubieke meter zou tot gevolg hebben dat 170.000 over de grens gaan van hoge energiequote of betaalrisico. Met de flinke stijging van de energierekening voor 2019 is het aannemelijk dat het vraagstuk van betaalbaarheid van de energierekening steeds actueler wordt.
Energiearmoede
Het thema betaalbaarheid van de energierekening, vaak aangeduid met de term energiearmoede, heeft in Nederland nog weinig aandacht gekregen. Onder energiearmoede valt bijvoorbeeld extreem energiezuinig gedrag om financiële redenen, maar ook afsluiting vanwege wanbetaling. Binnen Europa staat het thema al langer op de agenda. Zo leeft in België één op de vijf gezinnen in energiearmoede, een percentage dat al enkele jaren stabiel blijft. In Nederland lijkt van energiearmoede minder sprake volgens de Europese definities. Bovendien zorgt regelgeving dat bij betalingsachterstanden niet direct wordt overgegaan tot het afsluiten van gas of elektriciteit.
Ondanks de ‘gunstige’ uitgangssituatie blijkt dat er meer aandacht ontstaat rond het vraagstuk betaalbaarheid van de energierekening. Uit het rapport blijkt dat 900.000 huishoudens een relatief groot deel van hun inkopen uitgeven aan energie of het risico lopen dat woonlasten inclusief energie niet meer betaalbaar blijken. Veranderingen als gevolg van de energietransitie hebben dus een effect op deze groep.
Besparen op de energierekening?
Ondanks de stijging van de energierekening valt er te besparen. Vergelijk op eenvoudige wijze de verschillende aanbieders door gebruik te maken van de energievergelijker. Voor een goed vergelijk ga je uit van jouw persoonlijke situatie. Op basis van jouw energieverbruik en woongegevens vind je de voordeligste energieleverancier.